|
Jan Jongert 1910-1992 schilder/docent
Als kleine jongen gaat Jan vaak mee tekenen in Diergaarde Blijdorp met de academieklas van vader Jac. Jongert. Jan blijkt dan al een natuurlijk tekenhandschrift te hebben. Na de lagere school neemt zijn vader de verdere scholing van zijn kinderen op zich. Voor Jan betekent dit meewerken met opdrachten en eigen producties van huisstijl pionier Jac Jongert, maar ook ambachtelijk werk op de timmerzolder van vader's voornaamste opdrachtgever: Van Nelle. Het belangrijkste dat zijn vader hem bijbrengt is: altijd geconcentreerd bezig zijn met elk karwei dat gedaan moet worden en de liefde voor meesters als Seghers, Rembrandt, Velasquez, en Goya.
Jan Jongerts credo: • Voor jezelf goed weten wat je ziet, wat je treft. • De ervaring en het vakmanschap om een optimale kracht van vertelling te bereiken • Weglaten wat je niet moet hebben en veranderen wat de eenheid van stijl verstoort. Bijvoorbeeld: een te naturalistisch geschilderde hand moet worden aangepast.
Ontwikkeling Aanvankelijk legt hij zich vooral toe op impressionistische stillevens en landschappen in olieverf en gouache en op "chinees-virtuose" snelle penseeltekeningen van bloemen en bloesemtakken. Vanaf 1952 komen daar de Maasgezichten bij, die steeds dieper ingaan op de kleurreflexies van water. Nadat hij een Vespa heeft aangeschaft wordt de actieradius ineens veel groter en de landschappen strand- en riviergezichten gevariëerder. Na 1960 huurt Jongert diverse ateliers, soms wel drie tegelijk. In Huize Maaszicht, een uitspanning op palen in de Maas, pal naast het Zalmhuis, werkt hij tot de sloop in 1966 verder aan zijn visie op water en luchten. Naast coloristische juweeltjes in olieverf ontstaat hier ook een groot aantal directe tekeningen in zwart krijt, waarbij de struktuur van water en lucht met een verrassende variatie wordt weergegeven.

Formaten tot 78x100 cm worden zo in één keer bladvullend opgetekend. In zijn andere ateliers produceert hij een kolossaal oeuvre aan modelstudies, die vanaf 1975 uitmonden in doeken en pastels, waarin kleur de vorm ontstijgt en hij zijn grootste zeggingskracht bereikt.
Belangrijke data 1910 30 maart geboren in Beemster, N-H. 1918 Verhuist naar Rotterdam, waar vader Jac tot hoofdleraar aan de Academie van Beeldende Kunsten is benoemd. 1931 Jan slaagt voor M.O Akte tekenen. 1935 Leert Russisch en vertaalt o.a. Gorki voor uitgeverij Brusse 1938 Aanstelling als leraar aan de dagopleiding van de Academie te Rotterdam. 1940 Als intellectuele uitdaging studeert hij electrotechniek aan de avond MTS. 1944 Diploma Electrotechniek 1952 Met zijn tweede echtgenote, portretschilder Basje Pot, woont en werkt Jongert (naast zijn leraarschap) op Bolwerk 8, bij het Witte Huis. Het schitterende uizicht op Haringvliet en de Oostelijke bocht van de Nieuwe Maas was voor hem tussen '52 en '60 een onuitputtelijke inspiratiebron. 1960 Als het Bolwerk moet wijken voor Rotterdam's stadsvernieuwingsdrift, verhuist hij naar Maaskade 106 op het Noordereiland.Alhoewel het uitzicht op Maas en steeds veranderende skyline van Rotterdam centrum even magnifiek is, zijn hier vóór 1987 slechts enkele mooi doorwerkte krijttekeningen en een paar onvoltooide doeken gemaakt.Hij spreidt zijn werkdrift over diverse ateliers: Piet Heinsplein; een voormalige behangfabriek aan de Crooswijkseweg, en Huize Maaszicht (bij de Van Brienenoordbrug in aanbouw) 1975 Na 37 jaar neemt Jongert met enige spijt afscheid van de academie. Oud leerlingen komen en-groupe modeltekenen in zijn atelier in Dordrecht bij Teekengenootschap Pictura, later in de Dordtse Gravenstraat en in Delfshaven op de Oost Kousdijk. In de laatste twee ateliers blijft hij tot zijn dood onstuimig doorwerken aan zijn coloristische expressie. 1987 Het uitzicht van Maaskade 106 op Maasbruggen, Witte Huis, Amro-potlood en de drijvende bokken van Smit Tak, is pas aan het eind van zijn leven weer een uitdaging om zijn –inmiddels totaal veranderde– techniek en palet op uit te leven.Dit resulteert in een twintigtal sprankelende kleine gouaches. 1992 10 mei staat Jan's klok stil. Waarmee hij zijn onafhankelijkheid tot het eind toe heeft weten te handhaven.
Jan leefde om te werken, naast tekenen en schilderen had hij toch nog genoeg tijd voor het telkens weer verbouwen van zijn wissellende werkruimtes en voor een andere passie, het restaureren van zijn collectie franse klokken.
terug naar Jan Jongert pagina
|
|